| 
                               1. Bloed Voor Wodan 
                              Een koude ochtend in het hoge Noorden 
Duizenden zwaarden en speren reflecteren 
Het weke licht van de vroege winterzon 
Duizenden krijgers die slechts eer begeren 
 
Klaar voor de kamp treedt onze leider naar voren 
Hij heft een gewijde speer boven zijn hoofd 
Werpt deze over de aanstormende vijand 
Hun zielen nu onvoorwaardelijk aan Wodan beloofd 
De strijd begint en bloed vloeit door het woud 
Woeste krijgskreten richten zich tot de oorlogsgod 
Onze zwaarden doorklieven de harten der vijand 
Een bloedige, eervolle dood op het slagveld hun lot 
 
chorus: 
Bloed voor Wodan (4x) 
 
In de duistere schaduwen van het Noordse woud 
Slaat een eenzame figuur het slagveld gade 
Zijn oog ziet dat Zijn kinderen de zege behalen 
Hun vijanden worden voer voor wormen en maden 
 
De strijd is gestreden, de zege is behaald 
De buit van wapens en schilden bijeengebracht 
Vervolgens verbrand ter ere van onze oorlogsgod 
Een verzengend vuur verlicht de vallende nacht 
De weinige vijanden die nog in leven zijn 
Worden zonder genade gehangen aan bomen 
Vervolgens doorstroken met de gewijde speer 
Spoedig zullen de dochters van Wodan komen 
 
chorus 
                             | 
                            
                               2. Heilig Vuur 
                              Eeuwen geleden baden onze voorvad'ren 
Tot machtige, woeste, glorieuze Goden 
Zij leefden trots met het zwaard in de hand 
Nog onbekend met de woestijngeboden 
 
Wodan schonk hen de machtige runen 
Frey gaf hen vruchtbare akkers te ploegen 
Donar beschermde hen tegen de reuzen 
Naar geen vreemde wil lieten zij zich voegen 
 
chorus: 
Heilig vuur – het vuur van de Goden 
Heilig vuur – vreet aan de geboden 
Heilig vuur – verlicht onze zielen 
Heilig vuur – voor hen die vielen 
 
De Azen en Wanen wachtte een wreed lot 
Toen de slaven van het kruis noordwaarts togen 
Om hun 'blijde boodschap' te verspreiden 
De trotse heidenen door hen voorgelogen 
 
Uiteindelijk werden de fiere heidenen gedwongen 
Het woestijngeloof te accepteren en zich te laten dopen 
De Azen en Wanen zouden worden vergeten 
Nadat de christenen hun tempels lieten slopen 
 
chorus 
 
Maar de herinnering aan de oude Goden bleef 
In sprookjes, in 'mythen' en aanverwante zaken 
De Goden leidden eeuwenlang een slapend bestaan 
Nu is de tijd gekomen om hen te doen ontwaken 
 
Het vreemde geloof is zwak en ziek geworden 
Opnieuw weerklinken de namen der oude Goden 
Zij zullen weer hun rechtmatige plaatsen innemen 
En heersen over de levenden en de doden 
 
chorus 
 
Tempels der Azen en Wanen zullen herrijzen 
Groter en glorieuzer dan in het verre verleden 
Majestueuzer dan de allergrootste kerken 
Duizenden jaren zullen daar weerklinken gebeden 
 
Het geloof aan de oude Goden zal triomferen 
Tijdens de Wilde Jacht zal Wodan weer rijden 
Donars hamer zal weer donder ontketenen 
Miljoenen zullen wederom het oude geloof belijden 
 
chorus 
                             | 
                          
                          
                            | 
                               3. De Brullende Stormer 
                              Zwarte wolken aan de horizon 
Donar rijdt woest door de lucht 
God van donder, weer en wind 
God van menige heilige klucht 
 
Heer der eenvoudige, oprechte boeren 
Zoon van Wodan, niet klein te krijgen 
Immens sterk, totaal betrouwbaar 
Zijn hamer brengt de reuzen tot zwijgen 
 
chorus: 
Donar – sterkste der Goden 
Donar – rijdt door de wolken 
Donar – doder van reuzen 
Donar – held onzer volken 
 
chorus 
 
Beschermer der Goden en mensen gelijk 
Hij geeft ons ook vruchtbare grond 
Zijn rode baard symboliseert de bliksem 
Dank Hem ook voor dromen die Hij zond 
 
Zijn hamer een veelbetekenend symbool 
Voor ons de tegenhanger van Christus' kruis 
Wij dragen Zijn hamer zelfbewust en trots 
Niet uit angst zoals het kruis van het gespuis 
 
Donar de allersterkste der machtige Azen 
Wij vertrouwen volkomen op Zijn kracht 
Zijn hamer een symbool dat ons allen bindt 
Wij bouwen op Hem en geloven in zijn macht 
 
chorus (2x) 
                             | 
                            
                               4. De Schaduw Van Het Kruis 
                              In het verre verleden der Noordse volkeren 
Leefden wij met weinig, maar waren fier en vrij 
Het klimaat was hard en het land weinig gul 
Maar wij kenden trots en de Goden aan ons zij 
 
Vrij van de erfzonde, onbekend met de geboden 
Leefden wij zonder schaamte, het zwaard in de hand 
Wij lachten van vreugde, vochten uit kwaadheid 
Wij waren eenvoudig, maar meester in eigen land 
 
Echter op een dag kwamen de slaven van het kruis 
Wij ontvingen hen gastvrij en betoonden hen respect 
Maar zij spraken tegen ons met een gespleten tong 
Deden zich voor als vrienden maar waren vals gebekt 
 
Zij verleidden onze leiders met laaghartige beloften 
Zij vertelden hen dat hun geloof hen van nut zou zijn 
Om het volk te ketenen, het individualisme uit te roeien 
De ene god zou slaven maken van de volken van de Rijn 
 
Onze leiders werden corrupt en lieten zich verleiden 
Dit woestijngeloof te gebruiken om het volk te knechten 
Zij wendden zich af van de Azen en de Wanen 
Om de strijd in het voordeel van het kruis te beslechten 
 
Mannen en vrouwen met pure harten boden weerstand 
Maar de schaduw van het kruis bleek niet te overwinnen 
Ons volk geknecht, gemaakt tot slaaf van de geboden 
Schuldig werden wij nu geboren, onheilig van zinnen 
 
Eeuwen lang hebben wij als slaven van het kruis bestaan 
Maar wederom zullen de Goden welkom zijn in onze hallen 
Eens te meer worden wij belaagd door een vreemde god 
Ditmaal zullen de knechten van de woestijnprofeet vallen 
 
Deze keer zien wij de onheilsbrengers voor wat zij zijn 
Dienaren van de kruisgod met enkel een andere naam 
Slaven van de ene god zelfs wier adem leugenachtig is 
Verenigd onder het oog van Wodan zullen wij hen verslaan 
 
Wij zullen weer vrij zijn en onze ware Goden eren 
Wij zullen de woestijnreligies voor altijd afzweren 
Wij zullen Jahweh's slaven van hun hoogmoed beroven 
Wij zullen desnoods sterven voor wat wij geloven 
                             | 
                          
                          
                            | 
                               5. De Wilde Jacht 
                              Rijdt . . . 
 
Rijdt . . . 
 
De oerstorm zal komen, Ekhart waarschuwt 
De ganse nacht zal de storm razen eer hij luwt 
Stilte voor de storm, onheilspellende rust 
Bange kinderen worden door ouders gesust 
De heiden trekt zich wijs terug in zijn huis 
De christen drijft spot met het naderend geruis 
Maar Latijnse spreuken bieden geen soelaas 
Tegen het machtige, woeste, heidense geraas 
 
Een wilde werveling in de duistere nacht 
Wodan rijdt aan het hoofd van de Wilde Jacht 
Zijn achtbenig paard raast door de wolken 
Ziet hoe woeste horden de lucht bevolken 
 
chorus: 
Wodan rijdt – de Wilde Jacht 
Wodan rijdt – gehuil in de nacht 
Wodan rijdt – de christen beeft 
Wodan rijdt – het verleden herleeft 
 
Dolende zielen volgen Wodan in de lucht 
Blaffende honden zorgen voor veel gerucht 
Dienaren der kruisgod worden meegesleurd 
Hun heer machteloos, hun leven verbeurd 
 
chorus 
 
De storm vernietigt mens en dier, have en goed 
De onnozele spottenden betalen met hun bloed 
Maar de heiden heeft verstandig respect voor de wind 
En wederom is de Zegevader hem goed gezind 
 
chorus (2x) 
                             | 
                            
                               6. Drakendoder 
                              Siegfried de Walsing, Siegmund's zoon 
Afstammeling van de Verschrikkelijke zelf 
Geboren na de glorieuze dood zijner vader 
Werd hij geadopteerd door koning Elf 
 
Dwerg Regin bracht de jonge edelman groot 
Hij smeedde opnieuw het gebroken zwaard 
De dwerg bracht Siegfried al zijn kennis bij 
Wodan zelve gaf hem Grani tot paard 
 
Reeds jong wist hij dat hij slechts kort zou leven 
Maar zijn volk zou eeuwenlang zijn daden eren 
Volwassen wreekte hij eerst zijn vaders dood 
Alvorens zich tot zijn lotsbestemming te keren 
 
Met Regin samen reed hij naar de heuvel 
Waar Fadmir het goud van de Rijn lag te bewaken 
Een eenogige vreemdeling gaf Siegfried raad 
Om de draak te verslaan mocht hij niet verzaken 
 
Hij velde het ondier met het zwaard van Wodan 
En bemachtigde de grote schat van de Rijn 
Het was een glorieuze zege voor de jonge krijger 
Maar het goud zou hem tenslotte noodlottig zijn 
                             | 
                          
                          
                            | 
                               7. Hal Der Gevallenen 
                              Mijn ontzielde lichaam op een schip 
Mijn trouwe zwaard ligt op mijn borst 
Slavinnen wenend naast mijn lijk 
Mijn getrouwen tezamen in de ochtendvorst 
 
Mijn schip gaat nog eenmaal de zee op 
Spoedig is het lange dier in vlammen gehuld 
Mijn laatste reis naar de andere wereld 
Mijn verwachtingen zullen worden vervuld 
 
Een ziel ontstijgt een levenloos lichaam 
Wodans dochters voeren mij naar boven 
Door één der 540 poorten treed ik binnen 
In de Hal Der Gevallenen die in Alvader geloven 
 
Gouden schilden en glanzende speren 
Overvloedig vlees en mede wachten mij 
Dichters bezingen mijn glorieuze daden 
Ik neem mijn plaats in aan Wodans zij 
 
Hal Der Gevallenen (5x) 
                             | 
                            
                               8. Stemmen In Het Woud 
                              instrumental 
                             | 
                          
                          
                            | 
                               9. Schemering Der Goden 
                              Uit het Oosten – zal komen het kwaad 
Afgrijschlijke monsters – uit Loki's zaad 
Vreeschlijk lijden – een wereld vol doden 
Het einde der tijden – het sterven der Goden 
 
Broedertwisten tieren – verwanten zullen strijden 
Bedrog en leugens heersen – al wat leeft zal lijden 
De Hoorn weerklinkt – de wereldboom trilt 
Schilden splijten – hoe luid de Hoorn gilt 
 
Monsterlijke horden – Loki zal hen leiden 
De hemel splijt – als reuzen rijden 
Uit het Zuiden – komt Surt in vlammen 
Het onheil niet langer – in te dammen 
 
Walvader worstelt – met Fenris het beest 
Hij wordt verslagen – de Hoge geeft de geest 
Donar hakt in – op de Wereldslang 
Beiden vallen – des beschaving's zwanenzang 
 
De zon verslonden – de maan verdwenen 
De Goden ten onder – wat rest is wenen 
Een aarde in vlammen – alles is voorbij 
Duisternis heerst – wie keert het tij? 
                             | 
                            
                               10. Bloed In De Sneeuw 
                              Oude toortsen zijn opnieuw ontstoken 
Onze ketenen voor altijd gebroken 
Niet langer door valse moraal geknecht 
Halen wij met vuur en staal ons recht 
 
chorus: 
Bloed vloeit in de sneeuw 
Hoort 't gebrul van Neêrlands leeuw 
Ziet de laffe verraders beven 
Beter vrij te sterven dan geknecht te leven 
 
De slavenkoning en diens volgelingen 
Zullen wij verslaan met magische ringen 
Tot Wodan bidden wij andermaal 
Onze zielen en zwaarden hard als staal 
 
chorus 
 
Door mist en regen, wind en kou 
Rijden wij trots, gelaten zo grauw 
Grimmig en o zo vastberaden 
Ditmaal kennen wij geen genade 
 
Donar zal ons weer beschermen 
Onze vijanden zullen kermen 
Onze zwaarden rood van bloed en roest 
Nu gebeurt wat gebeuren moest 
 
chorus 
 
Het rijk van Jehovah is gevallen 
Ziet de lijken van zijn vazallen 
Gezuiverd is nu onze geboortegrond 
Ziet de nieuwe heidense morgenstond 
                             | 
                          
                          
                            | 
                               11. De Gift Der Goden 
                              In tijden reeds lang vervlogen 
Aanbaden wij onze ware goden 
Gebroken werd de Romeinse macht 
Met moed en eer, met trouw en kracht 
Maar door ons koude staal verslagen 
Bleven d'indringers ons belagen 
Met een vals geloof en zonder gevecht 
Onze voorvad'ren alsnog geknecht 
 
Waarlijk, de godenschemering volbracht 
Hamer verruild voor kruis, trots voor onmacht 
Maar Hij die voor wijsheid een oog heeft gelaten 
Wist dat Zijn volk hun goden zouden verlaten 
En Hij die doolt wilde hen behoeden voor deze val 
Dus brouwden de goden een magische gift in hun hal 
Om het oude geloof diep verborgen in hun zielen te bewaren 
Ook al zou de Christus heersen, vele en vele jaren 
 
chorus: 
De gift der goden 
Overleefde de doden 
De gift der goden 
Weerstond de geboden 
 
Talloze eeuwen gekomen en gegaan 
De gift heeft barre tijden doorstaan 
Geslacht op geslacht doorgegeven 
De verborgen machten zullen leven 
Het valse geloof teruggedrongen 
Oeroude liederen wederom gezongen 
Het heidense vuur zal weer branden 
De tempels herrijzen in onze landen 
                             | 
                            
                               12. Dokkum 754 
                              Ziet het verleden en ken de toekomst 
Wat eens was zal wederom zijn 
 
Een man loopt door het woud 
Zijn haar is kort, gehuld in bruine pij 
Op zijn borst een houten kruis 
Een vijand, een indringer, dat is hij! 
 
Hij spreekt over een vreemde god 
Hij spreekt van vrede en vergeven 
Maar kapt onze Wodanseik 
Bonifatius zal niet lang meer leven 
Spoedig voelt d'indringer onze toorn 
Een bloedige overval zonder genade 
Zijn heilige boek biedt geen bescherming 
Tegen onze barbaarse zwaarden 
 
De prediker der leugens is geslagen 
Met hem al zijn metgezellen 
Na bloed vloeit bier, een vreugdevuur 
Laat dit allen doorvertellen 
Maar wee! de predikers blijven komen 
Beschermd door grote troepen soldaten 
Doop of dood wordt onze keuze 
O! hebben de goden ons verlaten? 
 
Al dit gebeurde lang geleden 
Na meer dan 1000 jaren pijn 
Zijn wij terug om af te rekenen 
Wat eens was zal wederom zijn! 
                             |